Thuis ontbeten met Nespresso koffie en een zakje cappuccino. En wit brood en kaas en de kerriespread (bij DM in Dusseldorf gekocht) met een tomaat.
Om 9 uur waren we bij het station Näfels-Mollis. We zagen niet direct waar we een kaartje konden kopen voor een rit per trein naar Glarus, maar gelukkig hielp iemand ons en vertelde dat we bij de buschauffeur een treinkaartje konden kopen. Maar we konden ook gratis reizen want er komt toch niemand controleren. We kochten voor 6 Frank een dagkaart voor ons tweeën, hiermee kan je dus de hele dag binnen een zone reizen. Niet duur in ieder geval en een ritje van maar 10 minuten. Later ontdekten we de kaartjesautomaat.
We zijn eerst langs twee adressen gegaan met de achternaam Blumer. Jan ontmoette Barbara Emily Blumer en haar man Paravicini 5 keer in 1854, meestal in Glarus.
Zie mijn website met Blumers in Mollis en omgeving.
De eerste (een vrouw) nodigde ons uit om even te komen zitten op een bankje in een klein parkje vlakbij. Haar man was een Blumer, maar helaas geen familie van de beroemde Barbara Emilie Blumer, die Jan had ontmoet op en die hij zo aardig vond. Ze was geïnteresseerd en we hadden een leuk gesprek. Ze zei dat we naar Rolf Blumer moesten gaan en haar naam moesten noemen, hij wist nog meer van de Blumers en zou zeker geïnteresseerd zijn.
Rolf Blumer woonde een eindje weg aan de zuidkant van Glarus, maar bleek niet thuis. De tuindeur van de serre stond open, een hondje blaften vanuit binnen het huis. Ik liet de brief dus maar in die serre achter.
Daarna zochten we nog het adres van een Schindler op basis van de website, maar vonden het niet en een buurvrouw vertelde dat mevrouw Schindler een jaar geleden was overleden.
met heel lage voordeur. Ze belde en mailde me later, dat ze geen familie was.
We kwamen daarna langs de Abläschastrasse, waar Jan in 1854 de oude heer Brunner sprak. Jan was gevraagd om eens met hem kennis te maken, hij zou geestelijk niet meer in orde zijn volgens zijn zonen, die hem "zo goed als onder curatele"hadden gesteld.
Lees meer
Daarna op zoek naar een kopje koffie kwamen we terecht op het plein waar luitenant Peter Schmid zijn huis gehad zou hebben volgens mij.
Ik had de eigenaren van dat huis al gemaild maar zij wisten het niet. Volgens de omschrijving woonde hij naast een apotheek. En dit huis voldeed aan die beschrijving. Naast dat huis was een café met Mexicaans menu. Er zaten vier mannen te drinken. Ik informeerde bij de café eigenaar of hij misschien iets wist van dat huis of de geschiedenis ervan. Dat wist hij niet, maar de mannen die daar zaten te drinken zeker wel. Dus ging ik na de koffie op hun af en we hadden een leuk gesprek. Een van de mannen was een Schindler maar afkomstig van de Ruti tak. Van een ander was zijn moeder een Schindler maar van een tak die naar Oostenrijk was gegaan, dus ook geen familie van de onze. Verder was er nog een wat oudere Italiaan, voormalig skileraar, die voor een paar jaar naar Nederland was gegaan naar Nijmegen en Sint Oedenrode en hij sprak nog een beetje Nederlands. Bij hen kon ik ook drie brieven kwijt.
Ook deze mannen kregen de brief.
Daarna vonden we het genoeg en gingen we eindelijk wandelen. In verband met de weersvoorspelling en vooral de waarschuwing van de eerste dame, Blumer, (het zou wel hogerop in de bergen eens kunnen regenen of mistig zijn) kozen we voor de Klöntaler see.
Jan Schindler had dit pad vanuit Mollis gelopen op zijn eerste dag van zijn voettocht door Zwitserland. Lees meer
Jan liep toen in 4 uur met veel regen naar Vorauen.
Wij liepen vanaf Glarus circa 1 uur in de brandende zon. Even op een bankje gezeten voor rust en daarna werd het een heel romantisch en koel bospad langs de Löntsch beek. Het pad ging van de ene oever naar de andere oever met bruggetjes en af en toe was de beek zeer lawaaiig vanwege de watervallen erin. Er waren ook stukken met een kloof, tobler genoemd. We zaten nog even bij de bushalte en besloten verder door te lopen naar de bushalte vlakbij het begin van de Klönthalersee. Daar was een restaurant waar ik een alcoholvrij biertje nam en Maarten cappuccino.
Links van ons was het Zeughaus waar Peter Schmid directeur van was geweest. We zagen in de buurt schietschijven voor oefeningen van het leger
Met de bus terug naar Glarus waar we weer vijf frank per persoon moesten betalen helaas. We keken nog even in het natuur Museum en namen wat folders mee. Toen met de trein naar huis, even gerust en daarna waren we om 5 uur in het museum van Mollis waar ik al ruim van tevoren had afgesproken met Marianne Neff. Er was nog iemand, een voormalig directeur van het Mollis museum, genaamd Gallati. Hij wist veel en kon me allemaal mooie stambomen laten zien, maar helaas niet wat ik wilde: foto's van mensen die Jan heeft ontmoet en ik nog niet had. Ik hoop beiden te hebben geïnteresseerd voor de dagboeken.
We gingen daarna nog even binnen bij Gasthof Bären, door Jan l'Ours genoemd. Hij had hier gelogeerd in 1854.
Daarna om 6:30 gekookt: bulgur, champignons, en ijsbergsla met tomaat en studentenhaver.
De belangrijkste industrieën in circa 1860
Dankzij het boek met legenda kon ik de huizen die Jan bezocht plaatsen.
En zie ik ook welke huizen/industriëen hij niet vermeldde.